Moose In The City

Denk bij Scandinavië niet langer aan Vikingen, Ikeaanse rommel of Zweedse Köttbullar. Moose In The City in dé Antwerpse hotspot from the High North. Voor wie niet wist dat ze daar op het topje van de ijsberg hip en trendy waren: deze conceptstore is een waar Scandinavië walhalla. Trek een paar kwartiertjes uit, want het aanbod is groot, gevarieerd en voor elk wat wils.

Fashion van Ilse Jakobsen tot J. Lindeberg, uniek design van Marimekko tot Normann. Boeken, dvd’s. Het houdt niet op. Je kan er zelfs dé Volvo kopen (ja, die auto ja). Kortom: verleidingen om heel je huis, kledingkast, boekenkast, keuken en garage mee te vullen. En als je helemaal vast komt te zitten in Scandinavische sferen, kan je er zelfs meteen je vliegtuigticket naar Noorwegen of Zweden boeken!

Verder nog iets Scandinavisch gewenst, meneer? Ik dacht het niet!

Wie niet bekend is met al deze hippigheid from abroad, kan vertrouwen op de sympathieke verkopers die maar al te graag een handje helpen. Er lopen tussen die verkopers overigens enkele authentieke Noorse exemplaren, die graag vertellen over hun taal en thuisland. For the real life experience.

Zowel voor Leken van het noorden als Scandinavianfreaks: een ware aanrader! (Oh, let wel: ‘t is een tikkie duurder dan Ikea. Maar niets is onoverkomelijk.)

Laat een bericht achter
Adres: Viaduct-dam 1
2060 Antwerpen
Noord
Toon op kaart

Cargo Zomerbar in Park Spoor Noord

Echt alles in en rond de loods in park spoor noord straalt zomer uit: de drankjes (cocktails, desperados, cava rosé,…), het eten (tapas en zuiderse gerechten) en de omgeving (ligstoelen, park, fonteinen). De Cargo Zomerbar is hot!

Blijf wel een beetje weg van die fonteinen of ga enkel tijdens de schooluren (en geef de oprichter van de school een standbeeld). Anders dringt de scherpe geur (urine) en het scherpe geluid (gekrijs) van een subtropisch zwembad zich te hard op. Met kinderen is het immers net zoals met alles dat veel geld kost: ze zijn verdraagbaar als jij ze bezit, maar voor anderen zijn ze even ergerlijk als een lawaaierige Ferrari.

Met uitzondering van de kinderen, wordt de eerste zomerbar van ‘t jaar gekarakteriseerd door het ‘less is more’ principe. Het eten moet je zelf gaan afhalen en het is wel oké, maar vooral heel goedkoop. Het personeel is op sommige tijdstippen nergens te vinden, omdat het shotjes aan het doen is. Het park zelf is niet supermooi, maar je ziet toch alles wazig na die zeven caipirinhas in de vlakke zon. Vreemd genoeg is het gras hier ondanks alles echt het groenst.

Ook ‘s avonds wordt het er erg gezellig gemaakt met kaarsen en vuurtonnen.

Laat een bericht achter
Adres: Graaf van Hoornestraat 1
2000 Antwerpen
't Zuid
Toon op kaart

Finjan

Je bent alle diepvriesmaaltijden van de supermarkt beu en de frituuruitbaters begroeten je tegenwoordig met je voornaam. Toch zit je nog in de ontkenningsfase: je bent géén junkfoodjunk! Als je jezelf wil blijven voorliegen dat je geen probleem hebt moet je naar Finjan: de eerste pitabar die (zelfs al voor de tweede keer) een vermelding heeft in de GaultMillau (lees: een veredelde kebabzaak).

Hier kan je onder het mom van deftig op restaurant te zijn, toch nog genieten van je geliefde vettige kost. Het grote verschil met een gewone kebabzaak, is dat je bij Finjan te maken hebt met kwaliteit. Je krijgt hier geen vijf keer ontdooid en opnieuw ingevroren schapenvlees voorgeschoteld waar resten van andere dieren inzitten. De grote troef van deze tent is dat de maaltijden zeer vers bereid worden.

Let wel op: je kan jezelf dan wel voorliegen dat je goed bezig bent wanneer je flink alle met saus doordrenkte groenten opeet, maar in tegenstelling tot jou liegt de weegschaal jammer genoeg niet.

Laat een bericht achter

Liever niets

Mijn naam is Vincent Van Meenen, ik ben 23 jaar en ik woon en studeer sinds vijf jaar in Antwerpen. Ik behoor tot de elite: ik drink Ginger spice in de Cafénation en koop mijn kleren tweedehands. ’s Nachts feest ik in DE Studio of drink ik in de café’s rond het Mechelse Plein waar ik woon. Ruzie ken ik vooral van dronken mensen en van een wandelaar in het centrum die kwaad is omdat mijn fiets zijn voetpad verspert. 

Dat die wandelaar me de huid vol scheldt beschouw ik als normaal. Antwerpen is een grote stad en hoe meer mensen met elkaar in contact komen, hoe eenduidiger en duidelijker hun signalen. Ik beeld me in dat hij gefrustreerd is, dat hij in ’t Pallieterke een artikel over drugsjongeren leest, dat hij bang is voor zijn veiligheid. Ik kijk hem hooghartig aan. “U hoeft niet te vloeken,” zeg ik. Ik heb blauwe ogen, ik ben een echte Vlaamse jongen. Dat is voor hem een teleurstelling, of beeld ik me dat in?

Mijn grootvader was ‘een zwarte’. Na de bevrijding heeft hij twee dagen in de leeuwenkooi gezeten omdat hij bij de ‘verkeerde’ jeugdbeweging was. Hij praat daar niet graag over. Hij woont in Berchem en heeft een abonnement op ’t Pallieterke. Op zaterdag komt hij naar de markt op het Theaterplein en drinken we iets in café Robinson: hij een bolleke, ik een thee. Hij noemt het een ‘echt’ café, volks. Normaal zou ik er niet komen, maar voor mijn grootvader maak ik een uitzondering en we klinken op de toekomst. Opa en ik hebben dezelfde handen: klein, met dikke vingers. We praten niet over politiek, maar op ons tafeltje ligt De gazet van Antwerpen. De krant kopt met de verhoogde inschrijvingsgelden voor vreemdelingen en mijn opa werpt er een blik op. “Dat werd tijd”, zegt hij.

De wandelaar vond ik een vervelende fascist, maar mijn opa is een lieve mens.

Vorig jaar maakte ik reportages over allochtone armoede in Antwerpen. Ik bezocht er de Nederlandse taallessen van buurtcentrum De Wijk in Antwerpen Noord. TaalOor is een initiatief van Samenlevingsopbouw, waarbij Nederlandstalige vrijwilligers elke dinsdagavond anderstaligen in groepjes gratis Nederlands leren. Ik vroeg aan de deelnemers hoe en of ze rondkwamen. In gebrekkig Nederlands wisten de meesten me uit te leggen hoe lang ze hier waren en wat ze verdienden, of hoeveel uitkering ze kregen. Sommigen hadden veel gewerkt in hun leven, anderen nog bijna niet. Er waren vrouwen bij die niet wisten hoe hun man de huur betaalde, maar ook mensen die nog wachtten op een uitkering. De meesten hadden geen baan. Eén iemand verbleef illegaal in ons land. Hij had mijn leeftijd en we droegen hetzelfde vuur in de ogen. Hij zei dat hij weinig kon doen, dat hij geen rechten had, maar zijn Nederlands was het beste van allemaal.

Mijn vrienden wonen bijna allemaal in Antwerpen. De meesten staan op de rand van het volwassen leven, hebben hun studies beëindigd en komen nu op de arbeidsmarkt. Het zijn allemaal hoogopgeleiden, maar ze zijn niet erg gelukkig. Sommigen nemen antidepressiva, anderen drinken gewoon veel, nog anderen storten zich vol overgave op meerdere jobs. “De keukenvloer van het volwassen leven is hard en koud”, zeggen ze. Toen ze nog studeerden waren dit blije mensen. Sommige van hen willen nog steeds de wereld veranderen. Anderen zijn gedesillusioneerd omdat ze te veel kranten lezen. Nog anderen zijn alleen kwaad en gaan dansen. Eén iemand vindt het allemaal vergeefs en wil gewoon dat de mensen haar graag zien.

Ik woon in een kotgebouw met een grote gemeenschappelijke keuken. We behoren allemaal tot een artistieke blanke studerende elite die gemakkelijk rondkomt. We hebben ouders die betalen: ouders die in banken werken of als dokter in een eigen praktijk.

In de keuken praten we over Paul van Ostayen, over het deficit van de democratie, over de man die zichzelf in brand steekt in Frankrijk, over het moreel failliet van het ACW, over belangenvermenging en over de Occupy-beweging. Iemand heeft vriendinnen die op elke Occupy-volksvergadering door de politie met geweld uit elkaar worden gedreven. Iemand die ze kent heeft door gevechten met de politie zijn heup gebroken. Iemand anders vindt dat hoofddoeken veel kleurrijker zijn dan de grijze kleren van de autochtone bevolking. Nog iemand anders heeft het over een Armeniër die als ze vragen waar hij vandaan komt alleen maar zegt dat zijn vrouw een Poolse is, omdat dat beter klinkt: ”Want Polen zijn goede werkers.”

De eenduidigste stemmen klinken het hardst door, ook aan de keukentafel, ook op café. Er is weinig tijd om kwesties grondig te onderzoeken en naar nuance wordt niet geluisterd. In een drijfzand van informatie is het verraderlijk om positie in te nemen, hoe graag we dat ook zouden willen, hoe graag we ook zouden vechten voor de goede zaak. Zo wordt verantwoordelijkheid een woord dat lijkt uitgevonden om anderen iets te verwijten. We zijn jong en we willen het beste voor iedereen, voor A, voor ons. Maar we vermijden het debat. En natuurlijk willen we dat er iets verandert, en natuurlijk gaan we vanavond dansen. Maar vraag ons alstublieft niet om een mening, en vraag ons alstublieft geen geld. Vraag ons alstublieft liever niets.

Vincent Van Meenen

Laat een bericht achter
Adres: Laar 22
2140 Antwerpen
Borgerhout
+32 473 70 09 63
Toon op kaart

B&B Bakeliet

Voor alle retrolovers buiten Antwerpen: kom langs in retrotown. Dat we in Antwerpen (zeg maar gerust heel België) teruggaan in de tijd, weten we nu wel. Het feit dat nokia’s hier nog in groten getale gebruikt worden heeft wel iets schattigs. En dat er een opgeluchte glimlach op het gezicht verschijnt als je in een restaurant met de kaart kan betalen, is ook best aandoenlijk. België is gewoon retro punt. En Antwerpen is het retroost. Ja dat is een woord.

Voor diegenen die thuis een polkadotcollectie hebben, de vinylplaten hebben afgestoft en bussen haarlak gebruiken voor de jaren 50 coupe, boek een kamer bij Bed and Breakfast Bakeliet. Hier zijn jaren ’40 en -’50 kamers vernoemd naar Billie (Holiday), Charlie (Feathers) en Louis (Armstrong). In die kamers vind je de obsessieve verzameling terug van de beste meneer Mouling (eigenaar) die al 30 jaar lang oud speelgoed, radio’s, pick-ups etc. bij elkaar raapt. En dat allemaal in een herenhuis uit 1905.

Wil je badderen, dan doe je dat in het oude ligbad, blief je een koffie, dan kan je relaxen in de living en als je wil dansen, dan kan dat in je eigen kamer want daar vind je een platenspeler met een swingcollectie. Sfeer, retro, stof: alles komt hier samen. Heb je nog geen outfit (voor bijvoorbeeld een feestje van Radio Modern), ga dan langs bij de vrouw des huizes: Juliet. Zij kan je in een jaren ’50 jurk hijsen. Get ready to get retro!

Voor meer info:
www.redjuliet.be
www.bb-bakeliet.be

Laat een bericht achter

Het Geluk

Gelukkig! We willen het allemaal worden, maar het is zo moeilijk om het te zijn (arme kinderen van deze slopende 21ste eeuw)! In principe hebben we alles om doodgelukkig te zijn. Maar we willen meer. Alleen maar meer. Veel MEER. We gaan dus gretig op zoek naar alternatieven om het niet te vullen gat in onze gelukslaag te dichten. Sommigen kweken een soort van sadistisch geluk door foto’s van arme kindjes in Sri Lanka te bekijken om te beseffen hoe tevreden wij eigenlijk mogen zijn, anderen leggen hun chakra’s op drie parallelle lijnen in een wekelijks lesje Mindfulness en nog anderen gaan gewoon iets drinken in Het Geluk (ah, zo simpel kan het – leven – zijn!).

Het Geluk zit in Het Paleis (deze non-zin hebben we niet zelf bedacht – dat is hun slogan, omdat dat heel eenvoudig uitgelegd is waar het is) en is een ideale plek voor zowat iedereen. Vrouwen met kinderen krijgen hun snotpeuters stil aan de blokkendozen, einzelgängers die de drukte willen ontvluchten, kunnen hier rustig de krant komen lezen, tieners kunnen hier samen op Facebook (want er is Wifi) en iedereen die dacht aan lekkere chocomelk of heerlijke boterhammen als lunch kan hier ook terecht.

Bovendien is Het Geluk na een voorstelling van Het Paleis altijd open om gezellig na te praten over de net geziene vertoning. Daar worden we tenslotte ook happy van: onze mening direct en ongenuanceerd met jan en alleman delen.

Kortom: een plek om gelukkig van te worden (aaah, clichés! HEERLIJK). De sfeer is altijd gemoedelijk, de boterhammen zijn verschrikkelijk lekker en de prijzen zijn democratisch (waar kom je dat tegenwoordig nog tegen! In deze tijd!).

P.S.: elk negatief wereldbeeld in dit artikel is enigszins ironisch bedoeld.

Laat een bericht achter