Eigenlijk best raar dat er te pas en te onpas wordt gescholden met ziektes wanneer iets verrassend wordt gevonden. Daarin zijn Nederlanders echt uniek. Belgen houden het liever bij het woord “amai” en als je in het Engels zou schelden met ziektes, dan zou men een arm om je heen slaan, richting ziekenhuis wandelen, een pruik voor je kopen en zeggen “that everything will be oke”.
Het viel me op toen ik ging lunchen bij Escobar, vergezeld door een Nederlandse jongen. “Tyfus, wat is dit lekker,” zei hij nadat hij een hap had genomen van zijn mozzarella-tomaat-italiaanse ham-pesto- broodje voor €6,-. Hij nam een slok van zijn hete koffie en concludeerde dat hij “een tering lekker bakkie” had. Nu is het best een nette jongen: welopgevoed, niet van de straat en altijd keurig op tijd. Zo iemand. Maar af en toe verbaast hij mij -en ik denk ook zichzelf- met de grofheden die uit zijn mond ontsnappen.
Dit gebeurt ook alleen op hele speciale momenten, wanneer hij onverwachts met iets “gruwelijks” in aanraking komt. Zoals toen in de Escobar. Ik snapte hem volkomen, want de broodjes waren inderdaad megagroot en megalekker. Maar ja, mega klinkt zo suf. En om “echt superlekkere Turkse appelthee” te zeggen, vond ik ook zo stom (ik moest wel indruk op hem maken).
Dus schold ik er samen met hem op los. Ik verslond het broodje met avocado en zei dat ik nog nooit “zo’n tering lekker broodje had gegeten”. “En kolere, die taart, hoe doen ze dat toch?” Dus bij deze mijn excuses aan alle tering-, kolere- en tyfuslijders: dat we jullie constant herinneren aan jullie ziektes, komt door het leuke uitbaterstelletje van de Escobar. Zij hadden maar nooit zo’n chille koffie/
Tip: in de zomer kan je in de leuke tuin zitten en aan een heerlijk ijsje likken.